Foang




Foang



De geheime diensten in het dagelijks leven. We denken er niet de hele tijd over na. soms zien en horen we er wat van, de meeste tijd niet. De verschrikkingen uit de Tweede Wereldoorlog laten ons weten waar ze allemaal toe in staat zijn en na de oorlog zijn ze daar echt niet mee opgehouden. Daarom is het wenselijk dat er meer openheid wordt gegeven over de geheime diensten in het dagelijks leven. Dit boek licht een tip van de sluier op over de geheime diensten in de achtergrond bij de rechtspraak en de politie. Moorden die onder de mat worden geveegd. Ambtenaren die hun taak verzaken, etc. Het is verbijsterend wat geheime diensten doen. Geen woorden voor. Verslagenheid slaat toe. Welke titel moet je dit boek dan geven? De titel van dit boek is Foang geworden, maar het had ook Kemu Bullenham kunnen heten

Omslag van het boek

Foang

 




'Geef maar hier', riep Klarette. Ze stond bij een groep kinderen die op een pleintje aan het spelen waren. Ze waren niet ver van huis en zouden niet lang meer buiten spelen, daar ze voor het avondeten naar huis zouden worden geroepen. Ze kreeg de bal en gaf deze aan Begade die na een kleine uitwijkmanoeuvre de bal in een mand gooide. Begade was dit jaar, na een periode van voorbereiding, voor het eerst naar school gegaan. Het beviel haar wel, had ze gezegd, maar bedoelde ik moet wel. Het was tamelijk onstuimig najaarsweer, de wolken hoog in de lucht dreven met grote snelheid voorbij. Het moest daar flink waaien. Op de grond merkte je daar vrij weinig van. Klarette liep met Begade weg van het pleintje, alle kinderen waren naar huis gegaan. Het was een brede straat met aan weerszijden parkeerplaatsen. De meeste huizen hadden een voortuin gevuld met gras en struiken. Bij de eerstvolgende straat bleven ze

even staan en keken naar het pleintje, daarna sloegen ze een zijstraat in. Het was de straat waarin ze woonden. Ze liepen langs grote vrijstaande woningen met een grote tuin. Terwijl ze verder liepen vroeg Klarette aan Begade wat ze de volgende dag wilde gaan doen. De zon stond laag en wierp lange schaduwen, terwijl Begade vertelde over een meisje, bij haar op school, dat een viool had gekregen. Voordat Klarette de gelegenheid had daar wat over te vragen rende Begade naar een van de bomen die in het trottoir langs de weg stonden en begon er omheen te dansen. Klarette klapte in haar handen, totdat ze weer samen verder begonnen te lopen. Ze kwamen bij hun woning en ze liepen over de oprijlaan naar de voordeur. Klarette maakte de voordeur open. De hal was ruim en licht met een groot schilderij aan de muur en een kapstok waar jassen en sjaals aan hingen. Ze liepen door naar de woonkamer die er schoon en opgeruimd uitzag. De ruimte was groot en hoog met grote ramen die het licht binnenlieten. Aan de muren hingen schilderijen en foto's. Op een grote en comfortabele bank lagen enkele kussens. Een grote boekenkast vol met boeken en souvenirs vulde een hele muur. Klarette hielp

Begade uit haar jas, terwijl ze genoten van de rust en het comfort van het huis. Ze ging aan een tafel zitten en begon in een tijdschrift te bladeren. Haar echtgenoot Leseen zou pas over een uurtje thuis komen.

Leseen had een keten van toeleveringsbedrijven voor de televisie en filmindustrie en had in het verleden goede zaken gedaan. Hij had een groot kantoor dat van moderne meubels, decoraties, etc. was voorzien. Hij kwam een keer in gesprek met een stel mannen, waarvan er een de leiding scheen te hebben. Hij kreeg sterk de indruk dat ze in het leger zaten. Daarna had hij nog enkele ontmoetingen met enkele van hun. Uit de gesprekken en de manier van doen van de mannen maakte hij op en kreeg hij sterk de indruk, dat het mannen van de geheime dienst waren en dat ze hem aan het werven waren. Hij deed enkele klusjes voor hun, niet helemaal legaal en kwam ermee weg. Dat versterkte de indruk van hem dat hij met de inlichtingendienst van doen had gekregen. Alleen nadat ze hem drugs hadden aangeboden als betaling van een van de klusjes ging hij er anders over denken. Hij was ergens ingetrapt, dacht hij, en dacht er nog over na wat er allemaal gezegd was, de beloftes,

de zogenaamde afspraken die gemaakt waren. Het was een wurgcontract dat verboden was geworden. Hij vond dat ze hem niets konden maken en hij wou niets meer met die mannen te maken hebben.

De boevenbende had geprobeerd hem te bellen, maar ze hadden telkens te horen gekregen dat hij niet bereikbaar was. Op een dag zat Leseen achter zijn bureau in zijn kantoor en iemand van de boevenbende wou hem spreken. De man was langs zijn secretaresse geglipt en stond voor hem.

'Goeiedag', zie hij, 'We hebben je gemist'.

'Is dat zo?', antwoordde Leseen.

'Ja, we hebben een opdracht voor je'.

'Ho wacht even, ik doe niets meer voor jullie'.

'Dat kan niet, denk aan de beloftes en onze afspraken'.

'Die zijn niets waard, dat weet je ook wel en ik wil dat je weg gaat. Ik zal toch niet de beveiliging moeten roepen?'.

Na een kleine stilte zei de man 'Nou goed, dan ben ik weg, maar denk er nog eens over na'.

Niet lang daarna ging Leseen voor zaken naar Amerika. Hij stapte in een vliegtuig en na enkele

uren was hij op de plaats van bestemming. De gesprekken die hij daar had verliepen vrijwel probleemloos en tevreden keerde hij terug. Bij zijn presentaties maakte hij gebruik van usb sticks en ook deze keer kwam hij er gemakkelijk mee door de douane.

Twee jongetjes stonden tegen de ruit van de woonkamer te slaan, eentje met een vuist de ander met de vlakke hand. Het waren de twee buurjongetjes Gesto en Tullie. Ze kwamen voor Begade.

'Dag heren, wat zijn jullie luidruchtig vandaag?', zei Klarette nadat ze de voordeur had geopend.

'Wij komen voor Begade', zeiden ze. 'Is Begade thuis?'.

'Ja, ze is hier. Zal ik haar even roepen?'.

'Ja graag mevrouw'.

Klarette liep door de gang en riep Begade die naar de voordeur ging. Klarette ging verder de woonkamer in. Begade had de jongens binnengelaten en waren bij de tafel gaan staan, waar Klarette ze een glas limonade in schonk.

'We hebben zaterdag een feestje', vertelde Gesto tegen Klarette

'Dan gaan we de huiskamer versieren en in een hoek van de kamer gaan we een voorstelling opvoeren', vertelden ze beide.

De telefoon ging en Klarette liep er naartoe en nam op. Met de telefoon in de hand ging ze naar een kamer waar ze andere schoenen aantrok, voor al dat geloop had ze een stel gemakkelijke schoenen nodig. In de woonkamer stonden de twee jongetjes bij elkaar en dronken aan hun limonade.

Begade kwam erbij staan en de jongetjes vertelden haar van het feestje.

'Kom je ook naar ons feestje?', vroegen ze.

'Ja', zei Begade vrolijk en keek naar Klarette.

Klarette deed er niet moeilijk over, ze kende de jongens en Gesto en Tullie woonden niet ver van hun vandaan.

Leseen was weer terug op zijn kantoor. Hij had zijn spullen van kantoor die hij had meegenomen weer op hun plaats gelegd. De rest van wat hij bij zich had nam hij mee naar huis. Hij liet zich naar huis brengen. Nadat hij voor de rit had betaald, liep hij naar de voordeur van zijn woning en maakte die open. Zijn jas hing hij aan de kapstok en zijn koffer zette hij ernaast. In de woonkamer

zag hij Klarette aan de tafel zitten en Begade zat met twee jongens te praten. Hij bleef even in de deuropening staan en bekeek de kamer. Het indirecte licht bescheen het plafond en tevens de hele woonkamer. Daar de lichtbronnen niet zichtbaar waren gaf dat het geheel een heerlijk ontspannen aanblik, vond Leseen. Klarette was blij hem weer te zien, Begade zwaaide met een brede lach naar hem. Nadat de jongens waren vertrokken werd het avondeten gebracht en gingen ze aan tafel.

'Vanmiddag heb ik op het pleintje gespeeld', vertelde Begade.

'O ja? Was het fijn?', vroeg Leseen belangstellend.

'Ja het was heel leuk'.

Klarette keek haar vertederend aan.

Buiten reed een busje op weg naar Leseen. Het stopte voor zijn huis en een man stapte uit, belde aan en vroeg Leseen te spreken. Hij werd binnengelaten en gevraagd in een kamer langs de ingang te wachten. Het duurde enkele minuten voordat Leseen hem kwam opzoeken. Hij herkende de man als iemand van de boevenbende.

'Goeieavond, wat kom je doen?', vroeg hij.

'Ook goeieavond, ik zal meteen ter zake komen.

Je bent naar Amerika geweest en hebt zonder het te weten een usb stick voor ons meegenomen en door de douane gekregen. Die usb stick kom ik halen dan ben ik weer vertrokken'.

'Luister ik heb tegen een van jullie gezegd dat ik niets meer voor jullie zal doen'.

'Ja ik weet ervan. Kijk ik wil alleen maar die stick dan ben je van mij af'’, zei de man.

Leseen wist even niet wat hij moest doen. Hij aarzelde en zei 'Dat gaat niet. De usb sticks die ik bij me had heb ik niet hier in huis. Ze liggen op mijn werk'.

'Oké ze liggen op je werk. Dan gaan we daar naartoe en halen die usb stick op'.

'Moet dat nu? Kan dat niet morgen? Kan ik hem opsturen?'.

'Opsturen?', de man moest er even om lachen. 'Nee dat gaan we niet doen. We gaan hem ophalen en neem van mij aan dat is het beste wat we kunnen doen', daarbij keek hij Leseen indringend aan.

Leseen meende te begrijpen wat hij met die blik bedoelde en gaf toe. Hij vertelde Klarette dat hij nog even weg moest en even later stapte hij in het busje

In de rechtbank was het druk vandaag. Om negen uur begonnen enkele rechtszittingen en degenen die eraan deelnamen zaten bij de ingangen van de rechtszalen te wachten op hen advocaat. Sommigen die gedagvaard waren liepen maar wat rond. Men bekeek elkaar, enkelen namen de bewijsstukken in hen zaak nog eens door. De advocaten liepen naar degenen wiens verdediging ze op zich hadden genomen. Enkelen begroeten elkaar tamelijk luidruchtig, anderen minder luidruchtig. Tegen de middag stond rechter Blugtert op van zijn stoel en verliet de rechtszaal. Hij had in de middag om vijf uur nog een rechtzitting en zou in de avond weer thuis zijn. Hij had een mooi en groot huis met een gazon eromheen. In de tuin stonden twee speeltoestellen, maar werden bijna niet meer gebruikt. Het was in dezelfde buurt waar Leseen woonde. Hun vrouwen spraken elkaar zo af en toe. Ze hadden samen ook meegedaan aan een inzamelingsactie. Rechter Blugtert voelde goed aan waar het bij zijn functie op aan komt. Hij werd beschermd door de geheime dienst en op zijn beurt beschermde de rechter de geheime dienst, ook op oneerlijke manieren en dat allemaal op eigen risico, komt er wat negatiefs van in de publiciteit 

dan kan hij er alleen voor komen te staan, zoals wel meer is voorgekomen. Dan is er geen geheime dienst waar je op terug kunt vallen. Daarom moet hij sterk in zijn schoenen staan, weten wat hij doet en dat ook kunnen onderbouwen. Alleen velen zijn in de verkeerde veronderstelling dat als ze in hun land wat strafbaars doen voor de geheime dienst dat ze er dan bij hun overheid automatisch mee weg kunnen komen. Dat gebeurt ook, maar niet altijd.

Blugtert had gekozen voor het luisteren naar en het volgen van de inlichtingendienst, dat was goed voor zijn carrière en bonussen, ze hebben de controle in het land tot en met de dood toe, zijn positie was verzekerd, vond hij en zovele anderen bij justitie en de advocatuur, etc.

 


Het was weer een mooie zonnige dag, maar ijzig koud. De nacht ervoor had het gevroren. De zon scheen over de stad en het wit op de daken zou snel verdwijnen. Mensen liepen in dikke jassen door de straten. Gingen winkels naar binnen en deden hun boodschappen. Het verkeer zocht zich een weg langs de voetgangers gebieden om bij hun plaats van bestemming te komen.